De media stond vorige week vol met de berichtgeving over acteurs Bilal Wahib en Oussama Ahammoud die een jongen van 12 jaar oud aanmoedigden om zijn geslachtsdeel te laten zien voor 17.000€.
Iedereen heeft hier een mening over, niet alleen over het voorval zelf, maar ook over alles wat er daarna gebeurd, geschreven en gezegd is.
Genoeg stof tot nadenken:
Vorige week schreef ik dat ik na het lezen van het bericht en alle nieuwsberichten die erop volgden even tijd nodig had om na te denken.
Zoveel onderwerpen die ik belangrijk vond om te delen:
- Kinderporno ja of nee?
- De rol van de buitenstaander die ‘er niks mee te maken heeft’
- Tips voor gesprekken tussen ouder en kind
- Herstelrecht voor een dader
- Het vergroten van mediawijsheid bij kinderen
- Hoe handel je als school op het moment dat er een filmpje van een leerling circuleert
- Hoe leren we kinderen ‘Feel Fine Online’ aan
En zo kan ik nog wel even doorgaan.
Vandaag deel 2: De rol van de buitenstaander en aanmoediger.
(deel 1 met tips voor ouders om het gesprek aan te gaan met je kind vind je hier)
Rollen binnen het pestprobleem
De rollen van pester en slachtoffer zijn algemeen bekend, ook wordt de rol van meeloper vaak genoemd. Maar wist je dat er meer rollen zijn? Pesten is een groepsprobleem, er zijn altijd meerdere mensen betrokken en kan ook alleen maar opgelost worden als alle rollen weten wat hun invloed is en hoe zij daarin verandering kunnen aanbrengen. Vandaag sta ik stil bij de rol van aanmoediger en buitenstaander.
De aanmoediger noem ik ook wel de benzine voor de motor van de pester. Deze persoon doet niks richting het slachtoffer zelf, maar staat wel te lachen om hetgeen er gebeurt. Ze roepen anderen erbij om het publiek erom heen nog groter te maken. Ik vergelijk ze vaak met ramptoeristen. De file op de snelweg veroorzaakt door kijkers is vaak groter dan de file van het ongeluk zelf. Ik zal nog andere voorbeelden geven om het gedrag van deze rol duidelijker te maken. Het zijn de kinderen die lachen om grappen die in een klas gemaakt worden ten koste van andere kinderen of de leerkracht. Het zijn de scholieren die over het schoolplein roepen dat er gevochten wordt bij het fietsenhok “komt dat zien, komt dat zien”. Kinderen die vechtpartijen filmen en deze vervolgens op dumpert plaatsen. Sensatiezoekers…. Kun je er inmiddels een voorstelling van maken?
Door het gedrag van mensen met deze rol, merken pesters dat er om hen gelachen wordt, ze zien dat mensen komen kijken naar wat zíj doen. Het geeft pesters een groter gevoel van macht, van aanzien. Wat zal er gebeuren als deze aanmoedigers hun stem gaan gebruiken om hulp te halen en op te staan tegen pesten?
De buitenstaanders zijn diegene in een groep die zich onttrekken van het groepsgebeuren als er gepest wordt, die vaak goed beseffen wat er gebeurt, maar er niks tegen doen. Ze nemen zelf niet actief deel aan de pesterijen, maar doen ook niks om het te stoppen. Je kent vast ook wel kinderen die helemaal in hun eigen wereld kunnen spelen, fladderend over het schoolplein en die geen flauw benul hebben van hetgeen er om hun heen gebeurt. Echter is het grootste deel van de buitenstaanders zich wel bewust van wat er gebeurt, maar doet er niks aan. Dit omdat ze niet weten wat ze kunnen doen, ze zelf bang zijn om slachtoffer te worden of geen besef hebben van het feit dat zij het verschil kunnen maken. Het grootste deel van een groep bestaat namelijk uit buitenstaanders, dit is vaak zo’n 40-50 %. Moet je eens voorstellen wat het met de groepsdynamiek doet als zij zich wel gaan uitspreken tegen pesten!
Linda. beschrijft hoe Ahammoud zegt dat hij zelf “niets tegen die jongen gezegd heeft” en er alleen maar grapjes werden gemaakt. “Het is een uit de hand gelopen grap. Ik kan er niets aan doen dat iets gebeurt” aldus Oussama Ahammoud.
Ik ben benieuwd wat hij van zijn rol vindt als hij bovenstaande informatie doorneemt?
Wat had Ahammoud kunnen doen?
Ik heb het met mijn zoon van 11 over de rol van Ahammoud gehad. We lagen ’s avonds nog even samen op bed te kletsen over de nieuwsberichten en Teun vertelde wat hij van het hele gebeuren vond. “Het is vooral heel stom van Balil hè mam. En tja, wat had Oussama dan moeten doen, hij heeft het toch niet gevraagd aan die jongen.”
Als ik hierop zeg dat ik vind dat Ahammoud had kunnen ingrijpen komt Teun met een voorbeeld: “Stel je voor mam: op het schoolplein wordt een vriend van mij boos op een andere jongen en ze gaan vechten. Ik probeer mijn vriend tegen te houden maar hij gaat toch door. Dan kan ik er toch niks aan doen, dan kan ik toch niet de schuld krijgen?”.
Mooi vind ik dat trouwens, hoe hij over situaties na kan denken en het naar zijn eigen wereld kan halen en hierop kan reflecteren.
Terug naar ons gesprek.
Ik geef Teun een compliment dat hij zijn vriend zou proberen tegen te houden en vraag hem wat hij zou doen als ze toch doorgaan. “Ga je er bij staan, niks zeggen, ga je erom lachen, loop je weg, wat zou je doen?”. Teun geeft het antwoord dat hij het nog een keer zou zeggen dat ze moeten stoppen en dan de leerkracht zou gaan halen. Ik voel me trots, wauw, onze zoon van 11 neemt de rol van helper aan. Als het hem zelf niet lukt, gaat hij hulp halen van een volwassene. Ik hoop dat hij deze wijsheid in het echt ook daadwerkelijk uitvoert!
Terug naar de livestream van Balil en Ahammoud.
Ahammoud noemt het een uit de hand gelopen grap waarbij hij alleen maar gelachen heeft. Teun en ik doen een “stel je voor dat…”-spel. Ik ben Balil en Teun is Ahammoud en ik vraag hem op welke momenten hij iets zou kunnen doen om het te stoppen. Teun onderbreekt me bij de volgende momenten:
- Als ik voor de eerste keer vraag of hij zijn piemel wil laten zien voor geld: “nee joh, dat vraag je toch niet.”
- Als de jongen zegt dat hij geen bankrekening heeft en ik zeg dat hij het wel contant kan krijgen: “kappen joh, dit zijn geen grappen” of “tegen de jongen zeggen dat hij dat niet moet doen, het maar een grapje is en hij het echt niet moet doen omdat er kei veel mensen dit zien.”
- Op het moment dat de jongen zijn piemel wil laten zien of laat zien: “dit kan echt niet, stop die video” of kijken of ik de video kan stoppen. Tegen de jongen zeggen dat hij snel moet omdraaien en zelf weggaan uit de live stream.
“Ik heb er niks mee te maken”
Ahammoud zegt dat hij er niks mee te maken heeft, dat hij er niks aan kan doen dat iets gebeurt.
Ik heb de fragmenten zelf niet gezien. Ik weet niet wat Ahammoud wel of niet gezegd heeft.
Onze zoon van 11 ziet in dat er zat momenten waren waarop Ahammoud had kunnen ingrijpen. Als Ahammoud echt alleen maar gelachen heeft en grapjes heeft gemaakt, gun ik hem het reflectief vermogen van onze zoon.
Van “ik kan er niks aan doen dat er iets gebeurt” naar “er waren zat momenten geweest waarop ik had kunnen ingrijpen”. En weet je, dat vind ik dus echt veel stoerder dan erbij zitten en mee lachen.